De eerste uitspraak betreft een medewerker van Brand Preventie Groep (BPG). BPG ontslaat de medewerker tijdens de proeftijd. De reden: de medewerker is praktiserend moslim en wenst zijn geloofsovertuiging uit te oefenen gedurende de werkdag. BPG maakt direct verboden onderscheid op basis van godsdienst. De reden voor de opzegging tijdens de proeftijd houdt direct verband met de godsdienst en is discriminatoir. Een medewerker van schoonmaakbedrijf NOVON vergaat het anders. NOVON zegt de arbeidsovereenkomst op met gebruikmaking van het proeftijdbeding. De rechter krijgt twee arbeidsovereenkomsten voorgelegd door de partijen: één met proeftijdbeding (van de werkgever) en één zonder proeftijdbeding (van de werknemer). De rechter concludeert dat de versie van de werkgever de juiste is. De opzegging blijft in stand.
Lees verderWij werken samen met
Höcker Advocaten make complicated matters easy with their pragmatic approach.