22 april 2025 - Suzanne van Ketel

Gastuitspraak van de Week

Elke week bespreekt Mick Hurks “de uitspraak van de week”. Deze week draagt hij die eer over aan onze nieuwe collega: Suzanne van Ketel.

De uitspraak van deze week betreft een opvallende beslissing van de rechtbank Gelderland van 14 maart 2025. De uitspraak valt op, niet alleen vanwege de inhoud, maar ook vanwege het taalgebruik van de kantonrechter. Zo omschrijft hij het ontslag op staande voet als “de nucleaire optie die niet te snel en te lichtzinnig mag worden ingezet.”

Wat speelde er in deze zaak? Een Verzorgende G was sinds 2019 in dienst bij haar werkgever. In september 2024 stapte zij over naar een andere locatie binnen dezelfde organisatie. Op haar laatste werkdag, 30 september, liet zij als afscheidscadeau een aantal zeer opvallende pakketjes achter voor haar collega’s.

Het ging om 28 cadeaupakketjes, elk voorzien van een kaartje in de vorm van een baarmoeder met de tekst:
“Het is zeer kut dat ik ga,” gevolgd door haar naam.

In de pakketjes zaten onder andere:

  • Pennen met teksten als: “Everyone’s Judging You,” “Can’t fix stupid, but we can sedate it” en “I am starting to feel sick tomorrow”;
  • Drie flessen toiletverfrisser met een sticker: “Fuckoff Spray – Keeps all the idiots and assholes away up to 4 hours”;
  • Ansichtkaarten met de tekst: “And the wise one said ‘fuck this shit’ and found another job. Adios [naam]”;
  • Een post-it op het bureau van een collega met de tekst: “Doe wat met de feedback.”

Een pijnlijk detail: de pen met de tekst “I am starting to feel sick tomorrow” kwam terecht bij een collega met long-COVID en een collega met een ernstig zieke zoon.

Vier dagen later, op 4 oktober 2024, werd de Verzorgende IG op staande voet ontslagen. Volgens de werkgever was haar gedrag in strijd met de gedragsnormen van de organisatie en beledigend, kwetsend en respectloos richting collega’s. Ook speelde mee dat zij geen berouw toonde of inzicht had in de impact van haar handelen.

De Verzorgende IG vocht het ontslag aan – en kreeg gelijk.

Hoewel de kantonrechter het gedrag kwalificeerde als gênant en misplaatst, oordeelde hij dat het niet ernstig genoeg was om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Hij benadrukte opnieuw dat een ontslag op staande voet een uiterste maatregel is: “de nucleaire optie”, die niet te lichtzinnig mag worden ingezet.

Het ontslag werd dan ook ongeldig verklaard. De werkneemster koos ervoor niet terug te keren naar haar functie, maar ontving in plaats daarvan:

  • een vergoeding wegens onregelmatige opzegging;
  • een transitievergoeding en
  • een billijke vergoeding, beperkt tot één maandsalaris.

Deze uitspraak onderstreept een aantal belangrijke punten. Enerzijds bevestigt de rechter dat een ontslag op staande voet slechts in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd is, en dat werkgevers bij grensoverschrijdend gedrag ook andere routes kunnen bewandelen – zoals schorsing in combinatie met een ontbindingsverzoek. Anderzijds laat de relatief lage billijke vergoeding zien dat de rechter het gedrag van de werkneemster wel degelijk ongepast vond.

Opvallend is bovendien dat de werkgever bij het ontslag verwees naar gedragsregels, terwijl de werkneemster betwistte dat deze ooit waren ingevoerd. De kantonrechter ging hier niet op in. Hij beoordeelde de zaak zonder te toetsen of het gedrag in strijd was met vastgelegde en kenbare regels – iets wat in veel andere uitspraken wél een belangrijk element is.

Juist dit laatste onderstreept hoe belangrijk het is om als organisatie helder beleid en duidelijke gedragsregels te hebben, én deze actief onder de aandacht te brengen bij medewerkers. Als je bepaald gedrag wilt kunnen sanctioneren, moet je kunnen aantonen dat dit gedrag afwijkt van wat binnen de organisatie als acceptabel is vastgelegd.

De volledige uitspraak lees je hier.