21 november 2017 - Nieuw voorstel voor wet bescherming bedrijfsgeheimen

Nieuw voorstel voor wet bescherming bedrijfsgeheimen

Op 10 november 2017 is een wetsvoorstel ingediend dat een uitgebreide regeling bevat met betrekking tot de bescherming van bedrijfsgeheimen. Het voorstel vloeit voort uit de Europese richtlijn betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen die door de lidstaten uiterlijk op 9 juni 2018 dient te zijn geïmplementeerd (Richtlijn (EU) 2016/943).  De regeling beoogt bescherming te bieden aan bedrijven die zich bezighouden met het  verwerven, ontwikkelen en toepassen van waardevolle ‘know how’ en informatie. Deze bescherming kan met name ook relevant zijn als die know how en informatie (nog) niet beschermd wordt door een intellectueel eigendomsrecht.

Bescherming tegen ongeoorloofd gebruik van bedrijfsgeheimen is overigens niet helemaal  nieuw. Ook onder het huidige recht zijn er al mogelijkheden om daartegen op te treden, maar een uitgebreide specifieke regeling over dit onderwerp is er nooit geweest.

Belangrijkste uitgangspunten

  • Geheime informatie

 

Het voorstel verduidelijkt dat het bij geheime informatie moet gaan om informatie die aan de volgende voorwaarden voldoet:

a. zij is geheim in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor degenen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met dergelijke informatie;

b. zij bezit handelswaarde omdat zij geheim is, en

c. zij is door degene die daar rechtmatig over beschikt, onderworpen aan redelijke maatregelen, gezien de omstandigheden, om deze geheim te houden;

In de memorie van toelichting bij het voorstel wordt benadrukt dat de regeling niet beoogt bedrijven een algemeen exclusief recht ten aanzien van hun know how en informatie te geven. De bescherming kan enkel een gevolg zijn van de maatregelen die worden genomen om informatie geheim te houden. Onafhankelijke ontdekking van informatie of know how, zoals door middel van ‘reverse engineering’ van een product, blijft dan ook gewoon toegestaan (tenzij reverse engineering om andere reden niet is toegestaan, dat zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn als een intellectueel eigendomsrecht op de informatie rust).

  • Onrechtmatige verkrijging, gebruik of openbaarmaking van geheime informatie

 

De houder van de geheime informatie heeft op grond van het wetsvoorstel de bevoegdheid om verschillende handhavingsmaatregelen te nemen ten aanzien van onrechtmatige verkrijging, gebruik of openbaarmaking daarvan.

Verkrijging van informatie zal bijvoorbeeld onrechtmatig zijn als sprake is van onbevoegde toe-eigening of het onbevoegd kopiëren van geheime documenten. Verder bepaalt het voorstel dat ook iedere verkrijging die in strijd is met de ‘eerlijke handelspraktijken’ onrechtmatig is.  Volgens de memorie van toelichting kan daarbij worden gedacht aan de situatie dat tijdens onderhandelingen met valse voorwendselen bepaalde informatie wordt ontfutseld van de andere partij.

Van onrechtmatig gebruik of een onrechtmatige openbaarmaking zal sprake zijn als de betreffende informatie op onrechtmatige wijze is verkregen of als daarmee in strijd met bepaalde (contractuele) voorwaarden wordt gehandeld. Het wetsvoorstel verduidelijkt verder in dat kader dat het gebruiken of openbaar maken van informatie ook onrechtmatig is wanneer deze is verkregen van een persoon waarvan men wist of redelijkerwijs kon weten dat hij de betreffende informatie onrechtmatig heeft verkregen.

Bevoegdheden houder van de informatie

De houder van geheime informatie krijgt een vrij uitgebreid instrumentarium aangereikt om onrechtmatig gebruik van de geheime informatie tegen te gaan. De maatregelen die hij kan nemen zijn voor een belangrijke deel overgenomen uit de Handhavingsrichtlijn (Richtlijn 2004/48/EG) voor intellectuele eigendomsrechten. Zo kan de houder van geheime informatie de (voorzieningen)rechter verzoeken om de inbreukmaker te bevelen om het gebruik en de openbaarmaking van het bedrijfsgeheim te staken en verzoeken om hem te verbieden nog langer inbreukmakende goederen te produceren, aan te bieden, in de handel te brengen of te gebruiken. Daarnaast kan de houder bijvoorbeeld ook een verzoek tot beslaglegging op of afgifte van de inbreukmakende goederen indienen.

Het voorstel noemt ook nog enkele voorbeelden van handelingen met betrekking tot geheime informatie die de rechter niet zal mogen verbieden. Daarbij gaat het onder meer het onthullen van wangedrag of andere illegale activiteiten, en het openbaar maken van bedrijfsgeheimen door werknemers aan hun vertegenwoordigers (ondernemingsraden) voor zover dat noodzakelijk is voor de behoorlijk uitoefening  van hun functie.

Conclusie

Het voorstel biedt een welkome verduidelijking van de positie van bedrijven ten aanzien van hun bedrijfsgeheimen en de maatregelen die zij kunnen nemen om tegen ongeoorloofd gebruik daarvan op te treden. Om ervoor te zorgen dat duidelijk is dat bepaalde informatie als ‘geheim’ moet worden beschouwd, zal het bij veel samenwerkingsverbanden nog steeds aanbeveling verdienen om nadere afspraken te maken over de geheimhouding van informatie die wordt uitgewisseld.

Het voorstel bepaalt niets over het tijdstip van inwerkingtreding, maar omdat de richtlijn uiterlijk op 9 juni 2018 dient te zijn geïmplementeerd, is het aannemelijk dat de nieuwe wet uiterlijk op die datum in werking zal treden.

Voor vragen over dit onderwerp kunt u terecht bij Charlie Engels.