8 januari 2025 - Dorien Besse

Overuren een significant onderdeel van je salaris? Dan hoort het waarschijnlijk ook bij het vakantieloon!

Met de kerstvakantie net achter de rug, delen wij graag een uitspraak van de Hoge Raad over het vakantieloon. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag of vergoedingen voor gewerkte overuren meetellen voor de berekening van het vakantieloon. Het vakantieloon is het loon waar de werknemer gedurende zijn vakantie of bij de uitbetaling van een resterend vakantiesaldo bij einde dienstverband recht op heeft.

De feiten in de uitspraak

De werknemer is sinds 1991 als kraanmachinist in dienst bij zijn werkgever. In 2019 vordert hij betaling van te weinig betaald vakantieloon over de periode vanaf 2013 tot en met 2018, een bedrag van EUR 6.135,27 bruto, in verband met verricht overwerk en ontvangen toeslagen in die periode. De werkgever had met deze beloningscomponenten geen rekening gehouden bij de uitbetaling van salaris tijdens vakanties. Het gerechtshof Den Haag heeft de vordering van de werknemer toegewezen. Volgens het hof is voldaan aan de eis dat het overwerk een uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting van de werknemer is. De overwerkvergoeding telt daarom volgens het hof mee in het loon waar de werknemer tijdens zijn vakantie recht op heeft.

De Hoge Raad

In cassatie beantwoordt de Hoge Raad de vraag wanneer vergoedingen voor gewerkte overuren meetellen voor de berekening van het vakantieloon. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie (Hein/Holzkamm arrest) vereist het recht op vakantieloon dat een werknemer tijdens zijn vakantie qua beloning in een financieel vergelijkbare positie verkeert als tijdens gewerkte periodes, zodat hij daadwerkelijk in staat wordt gesteld vakantie op te nemen.

Het Hof van Justitie overwoog in Hein/Holzkamm dat overuren die de werknemer heeft gewerkt moeten worden meegeteld voor de berekening van het vakantieloon als aan drie voorwaarden is voldaan:

  1. het overwerk vloeit voort uit verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst;
  2. de werknemer verricht overwerk op regelmatige en voorspelbare of voorzienbare basis;
  3. de vergoeding voor overwerk vormt een belangrijk onderdeel van de totale vergoeding die de werknemer voor zijn beroepsactiviteit ontvangt.

 
De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof Den Haag het eerste vereiste heeft miskend door te oordelen dat overwerk alleen moet worden meegeteld bij het vaststellen van het vakantieloon wanneer het overwerk eenzijdig door de werkgever wordt opgelegd en afdwingbaar is. De overweging van het Hof van Justitie moet volgens de Hoge Raad niet zo worden begrepen dat overwerk slechts meetelt bij het vaststellen van het vakantieloon in het geval de werkgever de werknemer eenzijdig kan opleggen en afdwingen om overuren te maken. De overweging van het Hof van Justitie moet als geheel worden gelezen, aldus de Hoge Raad: het ziet op overwerk dat behoort tot de werkzaamheden die de werknemer gewoonlijk verricht ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst en waarvan de vergoeding een significant deel uitmaakt van zijn loon.

De rechtsregel

Uit deze uitspraak volgt dus dat voor het meenemen van overwerkvergoedingen in het vakantieloon, de werknemer volgens het eerste vereiste uit het Hein/Holzkamm arrest niet hoeft aan te tonen dat hij verplicht was om het overwerk uit te voeren. In plaats daarvan moet worden beoordeeld of de werkzaamheden die de werknemer volgens zijn arbeidsovereenkomst moet verrichten, vergen dat hij overwerk verricht. Daarnaast gelden dan nog het tweede en derde vereiste: dat het overwerk regelmatig wordt verricht en een belangrijk onderdeel van het salaris betreft.

Recente rechtspraak

Recentelijk oordeelde het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:2307) dat een ‘belangrijk onderdeel van de totale vergoeding’ niet verbonden kan worden aan een percentage, omdat een vast percentage niet aansluit bij het beginsel dat tijdens opgenomen vakantiedagen een loon moet worden uitgekeerd dat zoveel mogelijk aansluit bij het loon dat wordt uitbetaald tijdens gewerkte periode. Dit was in tegenstelling tot een uitspraak van Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2024:238) – van voor de uitspaak van de Hoge Raad – waarin het hof oordeelde dat er pas sprake was van een belangrijk onderdeel van de totale vergoeding, wanneer er kon worden gesproken over 25% van het bruto jaarsalaris aan vergoede overuren.

Heeft uw werknemer zojuist zijn/haar kerstvakantie achter de rug? Kijk er dan nog even goed naar of het juiste salaris is uitbetaald.