Succesvolle herplaatsing werknemer; transitievergoeding verschuldigd?
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de transitievergoeding ook verschuldigd is als de werknemer bij een andere werkgever in dienst kan treden. Hoe zit dat?
Vóór de invoering van de WWZ kon de kantonrechter een beëindigingsvergoeding toekennen als hij dat redelijk vond. Bovendien kon hij de hoogte daarvan zelf bepalen. Met de invoering van de WWZ is de transitievergoeding ingevoerd. De hoogte van de transitievergoeding ligt vast in de wet en wordt berekend aan de hand van een vaste formule. Bovendien is deze vergoeding kort gezegd automatisch verschuldigd als het initiatief voor het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever ligt en de arbeidsovereenkomst ten minste twee jaar heeft geduurd. Dat betekent dus dat ook na het niet verlengen van een contract voor bepaalde tijd de transitievergoeding verschuldigd kan zijn. Uit de uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de transitievergoeding nog vaker verschuldigd kan zijn. Wat speelde er?
Een werkgever zag zich genoodzaakt te reorganiseren waarbij 41 arbeidsplaatsen komen te vervallen. Er is een sociaal plan dat voorziet in mogelijke herplaatsing bij het bedrijf van de werkgever of daarbuiten. Een aantal werknemers kan niet intern worden herplaatst. De werkgever spant zich in om de werknemers bij een andere, derde werkgever geplaatst te krijgen. Dat lukt en negen werknemers treden bij de derde werkgever in dienst. Een van de werknemers die over is gegaan stelt zich op het standpunt dat hij recht heeft op de transitievergoeding. De werkgever vindt van niet omdat de werknemer uiteindelijk zelf ontslag heeft genomen om bij de derde in dienst te treden.
Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de transitievergoeding toch verschuldigd is. Het hof stelt dat het boventallig verklaren van de werknemers, het afstoten van de werkzaamheden, het niet intern kunnen herplaatsen en het opmaken van een eindafrekening met opzegging gelijk kan worden gesteld. Omdat het initiatief daarvan bij de werkgever ligt is de transitievergoeding verschuldigd, aldus het hof.
Fijn voor de werknemer maar de werkgever die zich inspant om zijn werknemers elders geplaatst te krijgen en daar succes mee heeft zal hier minder blij mee zijn. Ieder werkgever die met een dergelijke situatie wordt geconfronteerd doet er goed aan om zich er rekenschap van te geven dat het succesvol kunnen herplaatsen van een werknemer elders dus niet automatisch betekent dat er niet ook een transitievergoeding moet worden betaald. Een mogelijke oplossing hiervoor zou kunnen zijn om een vaststellingsovereenkomst op te stellen waarin afspraken worden gemaakt over de beëindiging van het dienstverband met de werknemer. De transitievergoeding maakt daar geen (verplicht) onderdeel van uit.
Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jasper van Hulst