15 augustus 2017 - Mick Hurks

Telt een jaarlijks betaalde bonus mee in de berekening van de transitievergoeding?

De transitievergoeding is  inmiddels een ingeburgerd begrip in het arbeidsrecht. Toch is vaststelling van de hoogte van de transitievergoeding regelmatig onderwerp van discussie, zowel in onderhandelingen als in procedures. Dat kan gaan over de juiste berekening van de dienstjaren, maar ook over de vraag of de bonus meegenomen moet worden bij het gehanteerde salaris. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zorgt in een recent arrest helaas niet voor meer duidelijkheid.

De transitievergoeding wordt – samengevat – als volgt berekend: maandsalaris x gewogen aantal dienstjaren. Vaststelling van het maandsalaris is in deze formule vanzelfsprekend van groot belang. De wetgever heeft vastgesteld dat voor de bepaling van de hoogte van het maandsalaris de volgende looncomponenten meegenomen moeten worden:

1. ‘kaal’ maandsalaris;
2. vakantiebijslag en vaste eindejaarsuitkering;
3. overeengekomen vaste looncomponenten:
• overwerkvergoeding;
• ploegentoeslag.
4. overeengekomen variabele looncomponenten:
• bonussen;
• winstuitkeringen;
• eindejaarsuitkeringen.

Casus
De werknemer ontving naast zijn vaste salaris en vakantiegeld ‘de afgelopen jaren een bonus, waarvan de hoogte afhankelijk was van het bedrijfsresultaat’. De werknemer meende dat deze bonus meegenomen zou moeten worden in de berekening van de transitievergoeding. Zowel de kantonrechter als het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch stellen de werkgever echter in het gelijk. Er zou namelijk geen sprake zijn van een overeengekomen variabele looncomponent. Het Gerechtshof oordeelt als volgt: “dat werkgever de hoogte van de bonus jaarlijks vaststelt naar bevind van zaken en niet kan worden gerelateerd aan de prestaties van de werknemer, zodat er geen sprake is van een provisie of een uitkering die daarop lijkt”.

Commentaar
Uit het arrest zou afgeleid kunnen worden dat een bonus expliciet overeengekomen moet zijn voordat deze meegenomen mag worden in de berekening van de transitievergoeding. Het is echter de vraag of de hierboven geciteerde uitleg in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever. In de toelichting op de regelgeving – waar het Gerechtshof aan refereert – is bepaald dat het loonbegrip niet beperkt is tot schriftelijk overeengekomen looncomponenten. Ook wordt vermeld dat de in de relevante periode (drie kalenderjaren voorafgaand aan datum beëindiging dienstverband) ontvangen looncomponenten van belang zijn. Vast staat dat deze werknemer jarenlang een bonus ontving. Kennelijk wijzigde slechts de hoogte per jaar. Goed verdedigbaar zou dan ook zijn dat werknemers – met bovenstaande toelichting in de hand – wel degelijk rechten zouden kunnen ontlenen aan in het verleden toegekende bonussen. Ook de overige argumenten van het Gerechtshof overtuigen (mij) niet. Onduidelijk blijft waarom de prestaties van de werknemer van belang zouden moeten zijn. Daarnaast zijn ontvangen provisies van belang voor de vaststelling van het brutoloon en daarmee óók van invloed op de hoogte van de transitievergoeding. De vergelijking van het Gerechtshof tussen een provisie en de uitgekeerde bonus als reden voor afwijzing van de vordering van de werknemer kan ik zodoende niet goed volgen.

Problemen met de vaststelling van de hoogte van de transitievergoeding?
Mocht u in onderhandeling zijn over beëindiging van een dienstverband, en bestaat er discussie over de berekening van de transitievergoeding, neemt u dan gerust contact op met Mick Hurks van de sectie Arbeidsrecht.