Uitspraak van de week: "Artificial Intelligence vindt zijn weg richting het arbeidsrecht"
De afgelopen weken kwam in blogs voorbij dat modern werkgeverschap geregeld botst met (ouderwets) arbeidsrecht. Zo was bijvoorbeeld een beleid gericht op “empowerment” niet in lijn met de eisen die gesteld worden aan een functioneringstraject.
Dat het niet altijd water en vuur is tussen modern werkgeverschap en het arbeidsrecht bewijst de uitspraak van het Hof Amsterdam deze week in een zaak tussen ABN AMRO en een werknemer die werkzaam was als Adviseur Contact Center. Wat speelde er?
De werknemer nam het niet zo nauw met de regels omtrent inzage van bankrekeningen van klanten. Zo bekeek de werknemer de bankrekening van haar ex-man om ‘te kijken of het goed met hem ging’, alsmede de rekening van haar dochter waar ze geen contact meer mee had. Dat mocht dus niet.
ABN heeft een systeem ingericht dat op basis van een algoritme een geautomatiseerde waarschuwing stuurt aan werknemers indien gedetecteerd wordt dat een werknemer bankgegevens bekeek die niet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie. Na een derde geautomatiseerde waarschuwing start ABN een onderzoek, zo ook bij de werknemer, en zij wordt uiteindelijk op staande voet ontslagen. Werknemer voert het verweer dat ABN overtreding van de regels kennelijk niet zo erg vindt; pas na drie keer een geautomatiseerde waarschuwing stelt ABN immers een individueel onderzoek in. ABN overtuigt het Hof dat deze werkwijze ‘niet perfect is’ maar wel uitvoerbaar voor de bank. Een handmatig onderzoek bij iedere onregelmatigheid is niet te doen.
Het Hof gaat er dus mee akkoord dat er twee geautomatiseerde waarschuwingen worden gestuurd en dat (pas) na een derde waarschuwing individueel onderzoek volgt. Een (moderne) vorm van ‘three strikes and you are out’. Interessant!
Lees de volledige uitspraak hier