Uitspraak van de week: "Billijke vergoeding na opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige (104 weken) ziekte?"
Veel werkgevers weten dat de loondoorbetaling eindigt van een werknemer na 104 weken ziekte. Vanaf dat moment heeft de werknemer geen recht meer op (een percentage van) zijn oude loon. Slechts loon is verschuldigd over uren die de werknemer nog werkt, tegen de loonwaarde van het verrichte werk. De werknemer kan mogelijk in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. Een werkgever kan de arbeidsovereenkomst echter niet opzeggen na 104 weken ziekte; voorafgaande toestemming van het UWV is nodig. Indien de toestemming wordt verleend, mag de werkgever opzeggen. De werknemer heeft dan recht op de transitievergoeding maar kan ook een procedure starten met het verzoek tot toekenning van de zogenoemde billijke vergoeding.
De werknemer zal moeten aantonen dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid het gevolg is van ernstig (!) verwijtbaar handelen van de werkgever. De werknemer moet daarvoor aantonen dat sprake is van een causaal verband tussen het ernstig verwijtbaar handelen en het bestaan van de opzeggingsgrond.
Dat is niet zo eenvoudig, zo blijkt maar weer eens uit een deze week gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De werknemer viel uit op 5 maart 2021. Vanaf augustus kon zij weer voor drie uur per dag re-integreren. Ze was nog niet hersteld, dat zou nog minstens drie maanden duren. De werkgever handelt al te voortvarend en biedt haar een vaststellingsovereenkomst aan. De werknemer valt echter terug in haar herstel en vanaf dat moment komt ook in de verslagen van de bedrijfsarts terug dat sprake is van werkgerelateerde omstandigheden die het herstel belemmeren. Werkneemster bouwt nog tot 24 uur op in het tweede spoor, maar valt uiteindelijk toch weer volledig uit.
Zij meent dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dat zij daardoor 104 weken ziek is gebleven. Dat wordt verworpen door de rechtbank. Er spelen meerdere factoren die maken dat zij langdurig ziek bleef, het handelen van de werkgever is daar niet uitsluitend debet aan. Het benodigde causaal verband ontbreekt voor de werknemer en de rechter wijst het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding af.
Een billijke vergoeding wordt niet snel toegewezen na opzegging na 104 week ziekte. Blijf gedurende 104 weken ziekte echter voorzichtig met het aanbieden van een vaststellingsovereenkomst aan een zieke werknemer.
Lees de volledige uitspraak hier