Uitspraak van de week: "Jojoën binnen het arbeidsrecht; wel, niet, wel ontslag voor werknemer"
Was vroeger alles beter? Dat is de vraag. De rechtspositie van de werknemer na een ontslag via het UWV wegens bedrijfseconomische redenen was echter wel duidelijk. Het dienstverband kwam ten einde en daar was weinig meer aan te doen. Sinds de Wwz (Wet werk en zekerheid) ligt dit anders en kan er na het UWV geprocedeerd worden bij de kantonrechter, hof en tot slot bij de Hoge Raad. In totaal vier (rechts)instanties die verschillend kunnen oordelen en dat kan dan tot interessante situaties leiden. Zo ook bij Sensara, een zelfbenoemde scale-up in de zorg. Wat speelde er?
Sensara verzoekt toestemming aan het UWV om de arbeidsovereenkomst van haar Business Development Manager op te mogen zeggen. Het UWV stemt in en Sensara zegt de arbeidsovereenkomst op. De werknemer laat het er niet bij zitten, start een procedure bij de kantonrechter en wint. Sensara moet de arbeidsovereenkomst herstellen; werknemer komt weer in dienst. Ook Sensara weigert de strijdbijl te begraven stapt naar het Hof Den Haag en wint die procedure. De arbeidsovereenkomst wordt weer beëindigd. Een jojo-effect met betrekking tot het einde van het dienstverband (wel, niet, wel) waar partijen vermoedelijk weinig gelukkig mee zijn. Enfin, het is de wet en het is mijns inziens wel degelijk een vooruitgang ten opzichte van de ‘oude systematiek’ waarin het na één procedure klaar was.
Niet alleen procedureel is de uitspraak interessant, ook inhoudelijk is dat het geval. Sensara stelde zich namelijk op het standpunt dat de nieuw gecreëerde functie van Business Development Manager niet opleverde wat ervan verwacht werd. De werknemer verrichte de functie ruim 10 maanden en daar was nog niets concreets uit voort gekomen. Sensara besluit de functie te laten vervallen en zich meer te gaan richten op marketing, voordat er weer vol gas op sales ingezet wordt. Wrang genoeg was dit een suggestie van de Business Development Manager, die zo min of meer zijn eigen baan op de tocht zette. De kantonrechter meende dat hier sprake was van een verkapt disfunctioneringsontslag, vandaar de winst voor de werknemer. Het Hof onderbouwt echter dat Sensara ‘op geen enkele wijze het uitblijven van resultaat toeschrijft aan tekortschieten door de werknemer’. Geen (verkapt) disfunctioneringsontslag dus, maar het verval van een functie die niet oplevert wat ervan verwacht werd. En dat is toegestaan, aldus het Hof.
Ook een functie die nieuw gecreëerd wordt kan dus al snel overbodig blijken. Waak er echter voor dat dit niet gekoppeld wordt aan het (onvoldoende) functioneren van de werknemer die de functie verricht!
Lees de volledige uitspraak hier