Uitspraak van de week: "Lever uw spullen maar in; u kunt vertrekken"
Deze woorden zullen vermoedelijk niet letterlijk uitgesproken zijn – de boodschap was echter helder: twee werknemers van TISMI B.V. werden met onmiddellijke ingang geschorst / vrijgesteld van werkzaamheden / op non-actief gezet. Het is in juridische zin allemaal hetzelfde, een werknemer mag niet meer werken en krijgt wel zijn loon doorbetaald.
Dat roept de vraag op: wanneer is het toegestaan als werkgever om de werknemer op non-actief te zetten? De rechtbank Gelderland moest antwoord geven op deze vraag en besloot in het voordeel van de werknemers.
Wat speelde er? Twee werknemers worden op 2 juni 2022 op het matje geroepen door de aandeelhouder. De werknemers wordt medegedeeld dat ze geschorst worden vanwege ‘suspicious activities’. Onduidelijk blijft waar dat op is gebaseerd. TIMSI besluit het echter groots aan te pakken en schakelt Grant Thornton in om onderzoek te doen. Lopende het onderzoek worden de werknemers weinig wijzer en zij besluiten hun schorsing aan te vechten.
De rechtbank stelt allereerst het toetsingskader vast: of een eis tot wedertewerkstelling na een schorsing moet worden toegewezen hangt af van ‘de aard van de dienstbetrekking, de overeengekomen arbeid en de bijzondere omstandigheden van het geval’. Er moet voor de werkgever een ‘redelijke en zwaarwegende grond bestaan om de werknemer de toegang tot het werk te ontzeggen’.
De rechtbank was er snel klaar mee. TISMI kon totaal niet duidelijk maken waar de verdenking van ‘suspicious activities’ op was gebaseerd en het is onaanvaardbaar de werknemers nog langer ‘te laten bungelen’. De werknemers moeten weer aan het werk gezet worden, op straffe van een dwangsom van EUR 4.500 per dag.