Uitspraak van de week: "Werknemer neemt onterecht ontslag op staande voet"
Een ontslag op staande voet (‘oosv’) haalt geregeld deze rubriek. Waar wellicht menig (vast) lezer onbekend mee is, is dat ook een werknemer oosv kan nemen. De werknemer zegt met onmiddellijke ingang de arbeidsovereenkomst op. Een oosv door een werknemer moet, gelijk aan een oosv door een werkgever, aan de volgende (hoge) eisen voldoen:
- Een dringende reden voor het oosv.
- Er moet onverwijld opgezegd.
- De dringende reden moet onverwijld worden meegedeeld.
Het oosv van een chauffeur van een transportbedrijf voldoet niet aan deze vereisten, zo oordeelde het Hof ’s-Hertogenbosch deze week. Werknemer verweet werkgever chantage, belediging, verplichting tot overtreding van de Rijtijdenwet en ervoor te zorgen dat werknemer met angst naar zijn werk ging. Dit zouden dringende redenen zijn die een oosv rechtvaardigen, aldus werknemer.
Het Hof loopt de verwijten af en stelt – kort samengevat – dat de veronderstelde dringende redenen niet vast komen te staan. Het Hof oordeelt dat werknemer onterecht oosv heeft genomen.
Wat is het gevolg? Uiteraard geen herstel van het dienstverband. Werknemer is echter wel gehouden om een schadevergoeding te betalen ter hoogte van zijn salaris tussen de datum oosv (25 juni 2021) en de datum waartegen werknemer rechtsgeldig had op kunnen zeggen (1 augustus 2021, opzegtermijn één maand). Dit kost de chauffeur ruim 3K, waarbij hij geluk heeft dat de proceskosten worden gecompenseerd.